Raadsleden
De Raad bestaat conform artikel IV.2 van de Staatsregeling van Aruba uit vijf leden, waaronder begrepen de voorzitter.
De Raadsleden worden bij landsbesluit voor maximaal zeven jaar benoemd en zijn na hun ambtstermijn aansluitend herbenoembaar. De leden worden geworven via een open sollicitatieprocedure. Benoeming van de leden geschiedt bij landsbesluit, naar aanleiding van een aanbeveling door de Raad. De ambtstermijn van een raadslid komt bij het bereiken van de zeventigjarige leeftijd automatisch tot een beëindiging.
Bij de benoeming van de Raadsleden wordt gelet op de bekwaamheid en ervaring op het terrein van wetgeving, bestuur en rechtspraak. Hierbij wordt eveneens rekening gehouden met de op dat moment binnen de Raad bestaande behoefte aan kennis en ervaring op bepaalde terreinen.
Conflicterende belangen
De kwaliteit van de adviezen van de Raad wordt mede bepaald door de deskundigheid, onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de leden. Omdat het lidmaatschap van de Raad van Advies geen hoofdfunctie is, ligt het uitoefenen van andere (neven)functies voor de hand. Dat heeft enerzijds een groot voordeel: de leden staan met beide benen in de maatschappij en adviseren niet vanuit een ivoren toren. Anderzijds kan er door de (neven)functies sprake zijn van belangenverstrengeling of de schijn daarvan. De Raad kent daarom een aantal duidelijke regels en afspraken om de (schijn van) belangenverstrengeling tegen te gaan.
Zo is in artikel 9 van de Landsverordening Raad van Advies bepaald dat het lidmaatschap van de Raad onverenigbaar is met het zijn van:
Daarnaast kunnen op grond van artikel 8 van de Landsverordening Raad van Advies echtgenoten en bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad niet tezamen leden van de Raad zijn. In artikel 24 is nog opgenomen dat de leden van de Raad zich onthouden van medestemmen indien de zaak hun, hun echtgenoten of bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad persoonlijk aangaat en indien zij als gemachtigden in de zaak zijn betrokken. In dat geval nemen zij geen deel aan de werkzaamheden van de Raad.
In de Profielschets raadslidmaatschap Raad van Advies is als bijzondere voorwaarde gesteld dat er geen sprake mag zijn van onverenigbare (neven)functies of tegenstrijdige belangen die twijfel over de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van het raadslid kan opwekken.
Transparantie staat voorop, reden waarom alle nevenfuncties van de leden in het jaarverslag worden opgenomen en op de website staan gepubliceerd.
In het Reglement van Orde is een aparte paragraaf opgenomen ‘De waarborging van de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de Raad’ waarin de gedragsregels zijn vastgelegd hoe te handelen wanneer er sprake is van conflicterende belangen. Zo is bepaald dat een lid niet aan beraadslagingen en besluitvorming deelneemt over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of indirect persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken. In de notulen van de desbetreffende vergadering wordt hier van een aantekening gemaakt.
Daarnaast is van belang om te weten dat besluitvorming in de Raad op basis van gedegen voorbereiding en onderzoek plaatsvindt en dat de Raad immer streeft naar overeenstemming tussen de leden en consensus ten aanzien van haar besluitvorming. De kans dat de mening van één lid prevaleert, is hiermee uitgesloten.